Drankprobleem op Het Binnenhof
Acteur Kees Prins in een hoofdrol van een tv-serie lijkt een garantie voor succes. Overspel en Bij ons in de Jordaan waren inderdaad pareltjes, waarin de Jiskefet-coryfee absoluut glorieerde.
Maar wie de vier afleveringen van de serie BuZa al heeft gezien, weet inmiddels dat Prins in zijn rol van minister Maarten Meinema weliswaar ruimschoots een voldoende haalt, maar dat het lichtgewicht script en vooral de onnozelheid waarmee de serie in elkaar is gezet, zorgt voor flink wat jeuk.
Zonder te spoilen is de Haagse werkelijkheid die wordt voorgespiegeld in BuZa volstrekt ongeloofwaardig. Het begint al bij de idiote situatie dat de minister van Buitenlandse Zaken nogal merkwaardig aan zijn einde komt in een stoel van een geparkeerd vliegtuig.
Deze bewindsman zou bovendien niet hebben ingegrepen bij een liefdesrelatie tussen zijn voorlichter en politiek assistent. Onzin natuurlijk: in Den Haag is een officiële romance volstrekt taboe in de zeer directe nabijheid van een minister of staatssecretaris.
De entourage van een minister is bovendien veel complexer dan wordt voorgeschoteld. Jacob Derwig zet een ongeloofwaardige minister-president neer in een halfbakken Catshuis. Ook hoe de scriptschrijvers het drankprobleem van minister Meinema daags na zijn aantreden promoveren tot rode draad is van een hopeloze flauwheid.
Het begint zelfs irritant te worden als Kees Prins voor de zoveelste keer begeerlijk secondenlang staart naar een volle fles whisky of een verkeersongeluk tot een ongeloofwaardig incident wordt opgeklopt.
Ja, er wordt in Den Haag af en toe een glas te veel gedronken. Het thematiseren van alcoholisme bij een bewindsman in deze serie stoort. Voeg de irreële scenes van de drie Nederlandse gevangenen in Santa Luca hieraan toe, de rare dialogen tussen de minister en het ambassadepersoneel en het gechicaneer met het staatsrecht dan is BuZa echt niet meer dan een kasteelromannetje in plaats van een serieuze, politieke kraker zoals het Deense Borgen.
Als in de allerlaatste aflevering opeens een boze generaal op een cruciaal moment ten tonele verschijnt, kun je alleen maar glimlachend vaststellen dat in ons Netflix-tijdperk inmiddels de lat wat hoger ligt dan wat we hier in BuZa te zien krijgen.
Dat de intro verdacht veel lijkt op het begin van de Amerikaanse hitserie Homeland zal niemand de makers kwalijk nemen. De scenes in de Tweede Kamer zijn zelfs tenenkrommend. De vierdelige serie, waarvoor een bedrag van 1,2 miljoen is uitgetrokken, maakt de hooggespannen verwachtingen niet waar.
Ongetwijfeld zal het dunne feelgood-verhaalje sommigen door hun onbekendheid met de materie nog wel aanspreken. De kijkcijfers na twee afleveringen bewijzen dat ook. In 2021 verwachten we echter – met de Deense hitseries en het spannende Morten en Penoza nog in ons achterhoofd – veel meer dan wat we nu hebben gezien.
Dit alles laat onverlet dat Kees Prins in zijn hoofdrol ver uitstijgt boven de rest van de cast, maar daar is niet heel erg veel voor nodig.