Acteurs uit Invasie voelen verwantschap met mariniers

Advertentie
Eén team, één taak. Dit was ooit de slogan van de Nederlandse luchtmacht, maar volgens de makers van Invasie is de tekst ook van toepassing op de filmwereld. Die overeenkomst zorgde volgens de acteurs voor een vriendschappelijke band met de mariniers waar ze zich voor de opnames bij aansloten. Het resultaat daarvan is vanaf donderdag te zien in de Nederlandse bioscopen.
De mariniers in kwestie zaten op Curaçao en Aruba, waar de acteurs ook naartoe trokken. Gijs Scholten van Aschat speelt een ambassadeur in een dictatoriaal buurland dat plotseling de eilanden aanvalt, en zat drie weken ‘intern’. “Wij sliepen op de kazerne, we zaten niet in hotels”, zegt de 64-jarige acteur. “Wat geestig is, is dat de organisatie van een filmploeg en de organisatie van het leger eigenlijk precies hetzelfde werken. Het is heel gedisciplineerd.”
Ook Tarikh Janssen en Jasha Rudge, te zien als broers die de eilanden verdedigen, zien overeenkomsten tussen de twee werelden waar ze deel van uitmaakten. “De crew bestond ook uit mensen van de filmwereld en de mariniers”, begint Rudge. “En de figuranten, je ziet dat ze allemaal echt mariniers zijn. We werden op een gegeven moment wel bevriend met die gasten. Het was echt tof. Die kameraadschap, dat is iets wat we als acteurs ook kennen.”
Leven en dood
Gijs Blom, marinier Jack Prins in Invasie, voelde die kameraadschap ook. “Toen wij naar het vliegtuig gingen, terug naar huis, en zij vertrokken. Ik zie ze nog wegrijden in die auto’s, ik heb echt gehuild”, zegt Blom, die echter ook verschillen zag. “Bij Defensie plan je alles maanden van tevoren om, als het zover is, alles exact volgens planning uit te voeren. En mijn ervaring bij film is: je plant alles maanden van tevoren om dan op het moment zelf alles weer los te laten.”
Ook Jasha Rudge ziet dat er niet alleen maar overeenkomsten zijn. “Wat zij hebben dat gaat over leven en dood”, zegt hij. Als voorbeeld haalt hij een scène aan die hij moest opnemen, terwijl een helikopter achter hem langsvloog. “Vlak voordat we de eerste take gingen doen, kregen ze een melding binnen dat er een go-fast, een drugsboot, was gesignaleerd. En de heli was nodig. Dat je oprecht voelt dat het voor ons spelen is, en voor hen is het serious business.”
Dat een film als deze jongeren enthousiast kan maken voor Defensie, is iets wat Gijs Blom “ergens ook wel lastig” vindt. “We zitten in een film die is gemaakt in samenwerking met Defensie”, zegt hij. “En ik ben niet naïef, ik weet dat het ook vanuit hen een visitekaartje is. Maar ik denk ook uiteindelijk, het is geen propaganda. Het laat iets zien, het belicht een bepaald onderwerp. Wat jij daar uiteindelijk mee doet, is aan jou.”
BuzzE