BNR teleurgesteld in uitspraak hoger beroep FM-frequenties

BNR is “teleurgesteld” in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), dat dinsdag in het hoger beroep besloot dat de landelijke FM-frequenties volgend jaar opnieuw verdeeld moeten worden. De rechter zette in juli een streep door het plan om de huidige zendvergunningen met drie jaar te verlengen en besloot dat een herverdeling voor 1 september 2023 geregeld moet zijn. Daarop gingen verschillende Nederlandse radiostations, waaronder BNR, in hoger beroep.
“We zijn teleurgesteld dat er er nu definitief een streep is gezet door de noodverlenging”, laat het radiostation weten. “We zijn als nieuwszender hard getroffen door de coronamaatregelen, zo vielen veel reclame-inkomsten weg en hebben we moeten reorganiseren.”
Het kost volgens Adriani tijd om daar van te herstellen. “Zeker in het geval van een nieuwszender waar we niet willen en kunnen terugvallen op het draaien van muziek. Gelukkig is het herstel inmiddels ingezet, ons marktaandeel is ten opzichte van de dezelfde periode vorig jaar inmiddels weer hoger. Het gaat dus goed met BNR.”
Vertrouwen
Volgens Marc Adriani, hoofdredacteur van BNR, zit er niets anders op dan “weer naar voren te kijken”. “Met het enthousiaste BNR team heb ik er alle vertrouwen in dat we de opgaande lijn weten vast te houden. In alle gevallen is de toekomst meer dan FM”, stelt hij. “Zo zijn we inmiddels, na de publieke omroep, de grootste aanbieder van podcasts in Nederland, daar ben ik trots op.”
In totaal worden negen frequenties geveild voor een periode van twaalf jaar. Aan slechts twee kavels worden inhoudelijke eisen gesteld: er moet een radiostation komen voor Nederlandstalige muziek en een voor nieuws en actualiteiten. Het kabinet beperkt het aantal FM-frequenties dat een aanbieder van commerciële radio mag hebben tot drie.
BuzzE