De Limburger eist in kort geding dat L1 logo wijzigt

De regionale omroep L1 moet zijn nieuwe logo veranderen. Die eis stelde dagblad De Limburger donderdag tijdens een kort geding in Maastricht. Beide media maken vooral ruzie over de rol van de kleur blauw in hun logo’s en over de indruk die beide logo’s opwekken bij het publiek. Directeur Branko Eijssen van L1 liet ter zitting weten het logo niet te willen aanpassen.

De krant is kwaad omdat L1 sinds 4 maart een nieuwe app heeft die qua kleur veel lijkt op die van De Limburger. Tot voor kort was de toegangsapp van de omroep geel-blauw, maar sinds kort draagt het logo van dat icoontje de kleuren blauw en wit. Daardoor lijkt die volgens de krant te veel op de app van De Limburger. De krant vroeg de rechtbank donderdag om L1 te verplichten het logo te wijzigen op straffe van een dwangsom van 25.000 euro plus 5000 euro voor elke dag dat het logo doorloopt.

Blauw wordt veel door media gebruikt omdat de kleur staat voor serieus, zakelijk en betrouwbaar, aldus advocaat Herwin Roerdink van L1. Om die reden heeft L1 de kleur aangepast. Kleur mag volgens hem niet tot merkbescherming leiden. Bovendien blijven de verschillen tussen beide logo’s volgens hem groot.

Verwarrend

De krant vindt het verwarrend voor gebruikers dat beide logo’s in donkerblauw en wit zijn uitgevoerd. De logo’s van beide media worden volgens advocaat Christine Koster van De Limburger voor identieke diensten gebruikt, voor eenzelfde publiek in hetzelfde territorium. L1 maakt daarmee volgens de krant inbreuk op de merk- en auteursrechten van De Limburger en handelt daarmee onrechtmatig. L1 ontkent dat. De rechter vroeg Roerdink nog of door de nieuwe app verwarring kan ontstaan, maar de advocaat ontkent dat.

Met name pushberichten roepen verwarring op, aldus Koster. De gebruiker weet niet altijd wie de afzender is.

De krant beroept zich tevens op afspraken die in 2017 zouden zijn gemaakt. Toen beëindigden omroep en krant hun samenwerking in de nieuwsapp en -website 1Limburg. Volgens de krant zouden beide partijen destijds afspraken hebben gemaakt over de ‘herkenbaarheid’.

Uitspraak uiterlijk op 16 mei.

BuzzE