EBU noemt beperkte toegang songfestivalpers kostenbesparing

De European Broadcasting Union (EBU), de organisatie van het Eurovisie Songfestival, heeft gereageerd op de kritiek over de verminderde toegang voor de pers in Liverpool. De organisatie laat desgevraagd aan het ANP weten de beslissing deels te hebben genomen om kosten te besparen.
Dit jaar is voor het eerst het gros van de eerste repetities van de deelnemers achter gesloten deuren. Ook gaat het perscentrum pas maandag, de dag voor de eerste halve finale, open. De afgelopen jaren was het centrum dan al zeker een week geopend. Meerdere delegaties lieten in een brief aan de EBU weten daarvan te balen, onder meer omdat er daardoor minder of zelfs geen tijd zou zijn voor interviews met kandidaten van de eerste halve finale.
Volgens de EBU maakte de afgelopen jaren slechts een beperkt aantal journalisten van de gelegenheid gebruik om al een week voor de eerste halve finale te komen. Ook zegt de organisatie dat de “mogelijkheden voor georganiseerde interactie met artiesten niet zijn verminderd, maar zijn verplaatst” naar andere locaties en platforms. De kosten om het mediacentrum twee weken open te houden zijn volgens de EBU “substantieel”. De organisatie kijkt graag naar manieren om de kosten van het evenement te “verlagen”.
Beschermen
De EBU herhaalt dat de eerste repetities dit jaar gesloten zijn zodat de artiesten in alle rust kunnen oefenen met hun act. Dat is ook om ze “te beschermen tegen negatieve reacties online”.
De generale repetities, waarvan maandag de eerste is, zijn wel toegankelijk voor de pers. Het Nederlandse duo Mia Nicolai en Dion Cooper, dat dinsdag in de eerste halve finale staat, oefent dan op het podium.
BuzzE