Energiedoel voor 2030 wordt behaald, maar ambitie buiten bereik
UTRECHT (ANP) – Nederland heeft in 2030 genoeg windturbines en zonnepanelen op land om het doel uit het Klimaatakkoord te halen. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de jaarlijkse voortgangsrapportage. De dertig RES-regio’s, waarin gemeenten, provincies en waterschappen samenwerken aan hun regionale energiestrategie, moeten in 2030 voor minstens 35 terawattuur (TWh) aan duurzame energie zorgen.
Op dit moment staat de teller op 31,4 TWh. De komende jaren komt daar zeker 4,3 TWh bij aan projecten die ‘in de pijplijn’ zitten en dus worden uitgevoerd. De dertig regio’s hebben echter de ambitie om gezamenlijk 55 TWh op te wekken en dat gaat niet lukken in 2030. “Ze worstelen met de realisatie van hun plannen”, zegt PBL-onderzoeker Meike Kool. “Onder meer door netcongestie, vertraging in de vergunningverlening, belemmerende regels en een gebrek aan geschikte locaties.” Het planbureau verwacht dat in 2030 zo’n 42 TWh aan elektriciteit wordt opgewekt met windturbines en zonnepanelen op land, al hanteert het PBL een bandbreedte van 38 tot 46 terawattuur.
Met 35 TWh, het doel uit het Klimaatakkoord van 2019, kunnen 10 miljoen huishoudens een jaar lang van stroom worden voorzien. “Het is best bijzonder dat een overheidsdoel binnen de gestelde termijn daadwerkelijk wordt behaald”, zegt Peter Derk Wekx, waarnemend directeur van het Nationaal Programma RES, dat de dertig regio’s ondersteunt. “Tegelijkertijd weten we dat nog veel meer stroom nodig is als we op dezelfde manier willen blijven wonen, werken en ons verplaatsen. Daarom is die ambitie van 55 TWh ook zo belangrijk. Die wordt zeker niet in 2030 behaald, maar daar moeten we in de jaren erna naar toe werken.”
Elektriciteitsnet overbelast
De RES-regio’s hebben volgens Wekx hiervoor continuïteit in beleid en financiën van het Rijk nodig. “Alle wisselingen in de kabinetten van de afgelopen jaren hebben nou niet echt geholpen.”
Omdat het elektriciteitsnet momenteel overbelast is (netcongestie), moeten vraag en aanbod van stroom volgens de directeur dichter bij elkaar worden gebracht. “Als je lokaal stroom opwekt én gebruikt, hoeft het niet over lange afstanden getransporteerd te worden.” Wekx pleit voor ‘prijsprikkels’ om dit te stimuleren. “Hetzelfde geldt voor het delen van stroom met je buren, maak dat aantrekkelijker.”
ANP





