Helder: Van Lienden gaf onjuiste voorstelling van zaken

DEN HAAG (ANP) – Sywert van Lienden en zijn zakenpartners hebben met hun Stichting Hulptroepen Alliantie (de tak zonder winstoogmerk) en de Relief Goods Alliance (het commerciële bedrijf) tijdens de coronacrisis voor verwarring gezorgd en die bewust in stand gehouden. Het was onduidelijk hoe de bv en stichting zich tot elkaar verhielden. Er was duidelijk sprake van vermenging, schrijft zorgminster Conny Helder in een brief aan de Tweede Kamer, waarbij ze refereert aan het rapport van Deloitte naar de mondkapjesdeal.
Volgens haar blijkt uit het rapport niet waarom Van Lienden en zijn partners uiteindelijk ervoor kozen om de commerciële RGA op te richten. Wel stelt ze dat de betrokkenen van RGA “forse druk – via publieke opinie, social media en politieke ingangen – op VWS uitoefenden” en een “onjuiste voorstelling van zaken” hebben gegeven. Helder concludeert dat RGA “zelfs partijen bewust tegen elkaar uitspeelde”. Ze doelt hiermee op het ministerie van VWS en het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) dat de inkoop van beschermingsmiddelen coördineerde.
Ze schrijft “met verbazing kennis te hebben genomen” dat de verwarring door SHA en/of RGA in de gesprekken met VWS en het LCH bewust in stand werd gehouden, zoals de onderzoekers concluderen. Toen de overeenkomst uiteindelijk werd gesloten, waren het ministerie en het LCH zich er volgens Helder wel van bewust dat het RGA een commercieel bedrijf was.
Het LCH was snel opgericht omdat er wereldwijd een groot tekort aan vooral mondkapjes ontstond, waardoor de inkoop voor elke land lastig was. LCH was tegen het oorspronkelijke aanbod van Van Lienden om zelf ook de inkoop en distributie van mondkapjes te regelen, omdat dit de werkwijze van het LCH zou doorkruisen. Zowel VWS als het LCH gaven “consistent aan geen tweede inkoop- en distributiekanaal naast het LCH te willen”, aldus Helder.
ANP