Koning: Nederland pas aan begin aanpak slavernijverleden
Koning Willem-Alexander zegt dat Nederland moet blijven werken aan de aanpak van de doorwerking van het slavernijverleden in de samenleving. “We zijn nog lang niet klaar en staan eigenlijk pas aan het begin”, zei hij tijdens een groepsgesprek op het Nationaal Congres tegen Discriminatie en Racisme in Nieuwegein. In de sessie deelden vertegenwoordigers van diverse groepen en instanties ervaringen met racisme en discriminatie.
Een van de deelnemers aan het gesprek sprak zijn waardering uit voor de excuses die de koning in 2023 maakte voor het slavernijverleden van Nederland. De spreker zei dat momenten als die “richting geven”, maar dat mensen in Nederland nog altijd de gevolgen van het verleden ondervinden “in zorg, onderwijs en rechtspraak”. Hij vroeg de koning hoe “het maatschappelijke midden” kan helpen in het verbeteren van de omstandigheden. “Dat is de belangrijkste vraag die u nu stelt”, reageerde de koning en zei dat het antwoord vinden op die vraag een van de voornaamste redenen was om bij het congres aanwezig te zijn.
De koning deelde ook dat zijn eigen kinderen op school diversiteit hebben ervaren en het “volstrekt normaal” vinden dat mensen met verschillende achtergronden met elkaar samenleven. Hij vroeg zich hardop af hoeveel generaties het duurt voordat iedereen daar zo over denkt. Voor hem is er “maar één soort mens”, zei hij. “Maar iedereen is verschillend, gelukkig maar, en juist het erkennen van elkaars diversiteit kan ook een meerwaarde zijn”, zei hij.
Niet normaal
Een andere aanwezige werd een beetje emotioneel toen hij deelde dat hij bij gesprekken thuis over discriminatie en racisme inmiddels zegt dat het “met ons wel goed komt, maar kunnen wij onze kinderen nog wel toevertrouwen aan deze samenleving?” “U durft het gesprek nog te voeren”, reageerde de koning. “Veel mensen durven dat ook niet meer”, zei hij.
Iemand anders vertelde dat het steeds normaler lijkt te worden dat mensen op verjaardagen hun afkeer tegen andere groepen in de samenleving uiten en vroeg de koning hoe dat tij te keren. “Door vaker te zeggen dat dat niet normaal is”, reageerde de koning. Toen de tijd bijna voorbij was, nam hij wat extra tijd zodat iedereen die een vraag had voorbereid die ook kon stellen. Bij het afscheid bedankte hij de aanwezigen voor hun openheid.
BUZZR
