Marco Borsato vrijgesproken
Marco Borsato is vrijgesproken van het plegen van ontucht met een destijds 15-jarig meisje. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is om de zanger te veroordelen. Volgens de rechter kan het aanraken van benen en billen boven de kleding niet worden aangemerkt als ontucht in strafrechtelijke zin.
De rechter stond uitgebreid stil bij de enorme impact van de zaak op alle betrokkenen. Ook benoemde zij de uitzonderlijk grote media-aandacht en de maatschappelijke onrust die dit dossier veroorzaakte.
Moeilijk te beoordelen
Volgens de rechtbank zijn er ‘veel zaken besproken die niet relevant zijn voor deze rechtszaak’ en riep het dossier vragen op in de samenleving. Toch benadrukte de rechter dat zij maar één vraag moest beantwoorden: kan worden bewezen dat Marco Borsato de feiten heeft gepleegd waarvan hij wordt beschuldigd? Het antwoord daarop luidt volgens de rechtbank: nee.
De rechter wees erop dat de verklaringen van de aangeefster moeilijk te beoordelen zijn, omdat zij vóór haar aangifte al met meerdere mensen over de gebeurtenissen heeft gesproken. Dat heeft de betrouwbaarheidstoets complexer gemaakt.
Aangifte
Ook was de aangifte volgens de rechtbank niet gedetailleerd genoeg, vooral als het gaat om de vraag wanneer de vermeende feiten zouden hebben plaatsgevonden. Er moesten daarom ‘diverse kanttekeningen’ bij worden geplaatst en de rechtbank moest er ‘behoedzaam’ mee omgaan.
Onvoldoende bewijs
Verschillende elementen uit het dossier boden volgens de rechtbank geen steun voor een veroordeling. Zo werden een aantal getuigenverklaringen besproken, maar die konden niet als steunbewijs worden gebruikt. Ook het zogeheten tas-op-tafel-gesprek tussen Borsato en de moeder van de aangeefster leverde niets op. Daarnaast zijn het telefoongesprek tussen Borsato en de aangeefster, de WhatsApp-berichten en passages uit haar dagboek geen bewijs voor ontucht, oordeelt de rechtbank.
Daarmee komt er na jaren van onderzoek, media-aandacht en maatschappelijke discussies een einde aan de rechtszaak tegen Borsato, al kan het Openbaar Ministerie nog besluiten in hoger beroep te gaan.





