Passages over natuur afgezwakt in plan voor indeling Nederland

DEN HAAG (ANP) – Passages over natuur zijn op meerdere punten afgezwakt in een nieuw ontwerp van de Nota Ruimte, een plan voor de indeling van Nederland tot 2050. Demissionair minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, BBB) heeft het stuk vrijdag gepresenteerd. De eerdere versie kwam naar buiten onder haar voorganger Hugo de Jonge, kort voordat het kabinet-Schoof aantrad.
De eerdere versie sprak nog van ‘landbouw-aandachtsgebieden’. In die gebieden is relatief veel werk nodig voor het herstel van biodiversiteit, water of bodem. Een jaar later is deze term nagenoeg uit het stuk verdwenen.
In de veehouderij is meer ruimte per dier nodig, stond in het ‘voorontwerp’ van vorig jaar. Om te werken aan gezondheid en natuur “is het te voorzien dat de Nederlandse veehouderij de komende decennia in omvang zal afnemen”. Die zin staat er nu niet meer in. Een deel van de landbouw wordt minder intensief, maar een ander deel produceert in 2050 “op hoogtechnologische, innovatieve intensieve wijze”.
‘Bufferzones’
“De werkelijkheid van deze bedrijfstak is via de BBB in het kabinet terechtgekomen”, lichtte Mona Keijzer toe tegenover het ANP. Ze zegt dat de natuur in haar document een even sterke plaats heeft als voorheen. “In de nota treft u ook een kaart aan waar alle Natura 2000-gebieden in staan, en het Natuurnetwerk Nederland. Dus die hebben allemaal een plek hierin gekregen.”
Beekdalen op zandgronden moeten worden hersteld, was en is het doel. Maar waar eerst stond dat er zogeheten bufferzones van 100 tot 250 meter rond de beekdalen moesten komen, is die afstand in het nieuwe stuk geschrapt. “Bufferzones aan weerszijden van de beek” zijn nu het uitgangspunt.
Grondwaterpeil
Over het verhogen van het grondwaterpeil zijn meer voorbehouden toegevoegd. “We verhogen de grondwaterpeilen in de hoge zandgronden met mogelijk 10 cm tot 50 cm”, stond er al. Nu staan daar voorwaarden bij zoals behoeften van een gebied en bodemsamenstelling.
Op andere plekken komt het grondwaterpeil 20 tot 40 centimeter onder het maaiveld te staan. Daarbij staat nu ook “nadrukkelijk” dat verschillen per gebied mogelijk zijn. Waterschappen mogen van het waterpeil afwijken, onder meer in overleg met boeren.
Volgens Keijzer kunnen natuurlijke omstandigheden ook een reden zijn om het grondwaterpeil minder ver op te hogen. “In de praktijk kan je aanlopen tegen de vraag: is er überhaupt genoeg grondwater om het peil te verhogen? Is er voldoende water in het IJsselmeer?”
ANP