Poppenkast op de Dam uitgeroepen tot Cultureel Erfgoed

Met een ceremoniële handeling is de poppenkast op de Dam, met Jan Klaassen en Katrijn, zondag officieel bestempeld tot Nederlands Cultureel Erfgoed. De Amsterdamse erfgoedwethouder Alexander Scholtes overhandigde de bijbehorende oorkonde aan drie generaties poppenkastspelers van de Dam: de vroegere speler Wim Kerkhove, de huidige speler Egon Adel en de toekomstige speler Jimi de Jongh.
Omdat Amsterdam dit jaar 750 jaar bestaat, is er deze zondag een groot gratis poppenkastfestival. Dat is om 12.00 uur begonnen met de onthulling van een 4 meter hoge poppenkastpop, een voorstelling van Jan Klaassen en Katrijn en het officiële erfgoedmoment. Later volgen voorstellingen van poppenkastspelers uit Tsjechië, Portugal, Engeland en Italië. Jan Klaassen en Katrijn sluiten het festival af. De poppenkast op de Dam staat daar al 135 jaar in de zomermaanden.
De poppenkast op de Dam had al in 2020 alle documenten klaar om Cultureel Erfgoed te worden. Maar corona gooide roet in het eten, waardoor het nooit is bijgeschreven in het register van Immaterieel Erfgoed, zegt Adel. “Maar vorig jaar hebben we besloten het te laten samenvallen met Amsterdam 750, zodat we het mooie moment koppelen aan een groot feest.”
Om te worden toegelaten als Cultureel Erfgoed moet de poppenkast aan een aantal eisen voldoen. Zo moet het voortbestaan worden gewaarborgd door de poppenspelersopleiding op de Jan Klaassen Academie goed te promoten. Verder moet de organisatie zorg dragen voor financiële ondersteuning en organisaties om mee samen te werken. Ook moet ze de poppenkast via flyers en posters onder de aandacht brengen op scholen en onder toeristen.
BuzzE