Relatieproblemen voor Olcay en Ruud? ‘In een dipje’

Volgers van Olcay Gulsen en Ruud de Wild maken zich zorgen en vragen zich af wat er aan de hand is. Volgens Yvonne Coldeweijer zitten Olcay en Ruud momenteel ‘in een dipje’, maar zijn ze nog wel samen. ,,Ik ben benieuwd of ze eigenlijk meer goede vrienden van elkaar zijn.”

Hebben Olcay en Ruud relatieproblemen? Volgers vermoeden van wel. ,,Wat is er aan de hand tussen Ruud en Olcay?”, vraagt een volger aan Yvonne Coldeweijer. ,,De laatste tijd krijg ik hier heel veel vragen over! Volgers van Ruud en Olcay voelen aan hun posts dat er iets anders is dan anders”, reageert Coldeweijer.

‘In een dipje’

Volgens Coldeweijer zijn de twee nog samen. ,,Ze hebben wel even een dipje gehad en misschien zitten ze daar nog steeds een beetje in”, legt ze uit. ,,Het is sowieso een bijzonder stel dat al eerder in interviews liet weten dat zij eigenlijk geen seks met elkaar hebben, omdat ze daar geen behoefte aan hebben. Met name Olcay, maar Ruud heeft zelf ook iets soortgelijks gezegd. Ik ben benieuwd of ze eigenlijk meer goede vrienden van elkaar zijn en of de relatie met gebrek aan intimiteit wel op de lange duur levensvatbaar blijft…”

Ruzie

Naast het gebrek aan intimiteit, maken Olcay en Ruud ook veel ruzie. Dat was in hun serie Ruud & Olcay ook te zien. ,,In de docu zie je ons ook ruziemaken. Of kibbelen. Wanneer de camera’s uit waren, gingen we daar gewoon mee door. Want Ruud is rustig en ik ben ongeduldig. Dat botste regelmatig en dat liep door wanneer er niet gedraaid werd”, vertelde Olcay onlangs in gesprek met weekblad Story.

Spijt

De twee hebben besloten niet meer samen te werken. In elk geval niet in de vorm van een serie. ,,In het verleden hebben we hebben we een podcastserie gemaakt. Dat was heel leuk en ging ook goed. Dat zie ik ons op een dag ook wel weer doen. Maar niet langdurig op elkaars lip zitten waarbij de camera ook nog eens draait”, zei Olcay, die spijt heeft dat ze ja heeft gezegd tegen de serie. ,,Ik vind dat we het niet hadden moeten doen, we hadden het niet nodig.”