Ruiter Tim Lips helpt zijn Chinese ‘concurrenten’ in het zadel

Deel op Facebook Deel op Twitter Deel op WhatsApp
Van onze redactie

BREDA (ANP) – Eventingruiter Tim Lips schreef onlangs historie. Als begeleider van een Chinees provincieteam was hij er mede verantwoordelijk voor dat China zich als team voor het eerst voor de Olympische Spelen plaatste. De 34-jarige ruiter van TeamNL gaat als alles goed gaat zelf ook naar Tokio, wat alweer zijn vierde Spelen worden. Ondertussen blijft de paardenliefhebber activiteiten ontwikkelen om zijn geliefde sport te kunnen financieren. “Door het begeleiden van jonge talenten, zoals de Chinezen, krijg ik zelf ook meer vertrouwen in mijn eigen kunnen. Ik had altijd heel weinig zelfvertrouwen, nooit was iets goed genoeg. Nu helpt mijn werk mij in de sport en andersom”, vertelt Lips op zijn paardencomplex dat liefst 10 hectare beslaat.

Wat doe je hier allemaal bij jullie bedrijf Lips Stables?

“We hebben eigenlijk vier pijlers. De topsport zelf, dat natuurlijk het belangrijkste is. Zo staat alles hier in het teken van Tokio. Daarnaast heb je de handel in paarden. We kopen een paard, trainen het dan een paar jaar en verkopen het weer. Ook fokken we met een paard. Met dat paard heb ik zelf gesport dus daar heb ik een bepaalde band mee. We hopen zo op nieuwe talentvolle paarden. Verder zijn we in 2016 in aanraking gekomen met Bavaria. Zij wilden na Rio iets betekenen voor de eventingsport in Nederland. We zijn in samenwerking met Bavaria 0.0 een commerciële ploeg begonnen met jonge talentvolle ruiters. We zijn een competitie gestart voor amateurruiters en ondersteunen verschillende paardensportevenementen. Voor de jonge ruiters hebben we een talentenplan ontwikkeld. Het Bavaria 0.0-project is overigens wel voor ruiters boven de 18 jaar, vanwege het biermerk. Voor de jongere ruiters werken we weer met andere sponsoren.”

En de vierde pijler is een bijzondere, hè. Jullie trainen Chinese ruiters. Hoe is dat zo gekomen?

“Zij hebben in 2007 met Nederlandse mensen een paardencomplex opgezet in China. Daarna wilden ze zich ook vestigen in Nederland. China loopt jaren achter in de paardensport en kunnen veel van Nederland leren. Ooit wilden de Chinezen een paard kopen van ons. Dat hebben ze niet gedaan, maar ze kwamen wel bij ons uit om enkele ruiters te laten trainen. Dat doe ik samen met mijn vader, die tot aan de Spelen van Rio tien jaar lang bondscoach was. De Chinese ruiters, er zitten er hier twee fulltime, kwamen hier vijf jaar geleden en het niveau was zeer laag. In een paar jaar tijd hebben ze enorme stappen gemaakt. In 2017 haalden we op de China Games zilver. Een goede prestatie. De China Games zijn de Spelen van China en we waren maar 0,3 punt verwijderd van goud. Nu kijken we vooruit want in 2021 willen we goud. Daarom proberen we Tokio te halen, dan win je zoveel in aanzien en dat zal ons helpen bij de China Games.”

De kans is dat die twee ruiters Tokio halen. Dan zijn het dus jouw concurrenten?

“Haha, dat klopt wel ja. We moeten wel reëel zijn. Als ze de Spelen halen gaan ze daarheen om ervaring op te doen. Ze komen niet voor de medailles en dat is wel mijn doel.”

Om dat doel te bereiken werk je zo hard hier. Zonder al dat werk kun je jouw sport niet bekostigen toch?

“Inderdaad. Ik probeer zoveel mogelijk te leven als topsporter, maar ik moet ook veel andere dingen doen. In mijn ogen helpen die activiteiten zoals het trainen geven weer in mijn sport. Ik heb ondersteuning vanuit sponsoren, krijg een beetje van de bond en NOC*NSF, maar dat is bij lange na niet genoeg om mijn sport te beoefenen. Daarom doe ik zoveel andere werkzaamheden, ook omdat ik mijn toppaarden niet wil verkopen. Dat levert wel veel geld op en dat zie je bij anderen gebeuren. Gelukkig hoef ik mijn beste paarden niet van de hand te doen. Ik hou nog teveel van het spelletje. Ik kan wel mijn toppaard verkopen maar dan doe ik niet meer mee op topniveau. Zolang ik nog sport zal ik altijd voor de sport kiezen.”

Hoe is de combinatie werk en topsport?

“Het is een druk bestaan. Ik heb met veel personeel te maken, veel ruiters moet ik trainen en zeker met de Chinezen erbij ben ik veel op pad voor wedstrijden. Ik ben steeds meer weken van huis, zeker in aanloop naar Tokio is het dit jaar extreem. Ik heb sinds een jaar ook een gezin, samen met mijn partner heb ik een dochtertje. Dat maakt het ook anders dan voorheen. Ik moet met meer dingen rekening houden en vaker keuzes maken. Ik heb gelukkig goede mensen om mij heen kunnen verzamelen en ik kan steeds makkelijker dingen uit handen geven. Natuurlijk heb ik ook liever dat een dag 28 uur had, maar ik probeer het beste uit de tijd te halen. Dat gaat aardig, maar kan zeker beter. Interviews doe ik eigenlijk bijna niet, daar heb ik gewoon geen tijd voor.”

Hoe ziet een dag uit jouw leven eruit?

“Een paard is niet elke dag hetzelfde en daardoor zijn de dagen ook heel verschillend. Het is best lastig om structuur te hebben. De trainingen zijn aangepast op de paarden en heel afwisselend. Dressuur, springen, crossen en een paard fit maken. Het is elke keer anders. Alles gaat volgens planningen. Iedereen krijgt op zondagavond de planning voor de week. Ik begin elke dag vroeg in de ochtend om acht uur met mijn eigen paarden te trainen. Daarna begeleid ik de training van de Chinezen, al neemt mijn vader dat ook vaak op zich. In de middag werk ik op kantoor en bespreek ik alle dingen door die op het moment belangrijk zijn. Na het kantoorwerk ga ik weer verder met begeleiden of train ik zelf. Ik heb nog een heel talentvol paard. Dat is echt iets heel bijzonders, met hem kijk ik stiekem al vooruit naar de Spelen van Parijs en Los Angeles.”

Neem je zelf ook weleens rust?

“Ik heb eigenlijk amper rustmomenten. Daar ben ik de laatste paar maanden wel tegenaan gelopen. Zeker met het gezin en zo moet alles beter georganiseerd worden. Ik heb af en toe mijn rust nodig om na te denken en weer een paar stappen vooruit te zetten. Vroeger gaf ik lessen, lezingen en clinics in de avonden. Dat doe ik bijna niet meer. Om zes uur ’s avonds is mijn dag afgelopen, al ben ik om tien uur wel weer alle paarden aan het controleren voordat ik de lichten uitdoe en ga slapen.”

Zou je dit werk ook doen als je geen topsporter zou zijn?

“Absoluut. Ik maak altijd de grap dat ik niets anders kan. Ik wil altijd iets in de paardensport blijven doen. Ik heb de opleiding sportmanagement in Tilburg afgerond en organiseer graag dingen. Daarom vind ik het opzetten van grote wedstrijden ook zo interessant. Het trainen van paarden en talentvolle ruiters vind ik ook prachtig. Ik heb het werk nodig voor de sport en andersom. Naarmate ik ouder word zal ik meer jongere sporters gaan begeleiden. Al ben je in de paardensport nooit echt oud. Ik merk ook nog steeds dat het mij technisch erg makkelijk afgaat. Sporter zijn is iets heel anders dan coach. Coach is weer anders dan een trainer. Ik ben een goede sporter en goede trainer maar ik ben nog teveel sporter om ook een echte goede coach te zijn.”

Jij bent natuurlijk ook nog lang niet klaar als ruiter. Wat zijn jouw doelen nog?

“Ik wil een medaille winnen op de Spelen. Het allerliefste goud en het zou heel Nederlands zijn om dat te zeggen, maar ik wil wel realistisch zijn. Dit jaar op het EK was ik al heel dicht bij brons. En het niveau daar is vergelijkbaar met de Spelen. Ik zit er vrij dicht tegen aan. Als die paar dagen in Tokio de beste dagen in mijn jaar zijn, het hoeft niet eens van mijn leven, dan kan ik een medaille halen. Het belangrijkste is dat ik de prestatie weg kan zetten waar ik toe in staat ben. Het beste uit mij en mijn paard Bayro halen. Daar ligt de focus op.”

En anders ga je gewoon weer op voor de Spelen van 2024?

“Toen de Spelen voor 2024 en 2028 aan Parijs en Los Angeles werden gegeven, begon het direct te kriebelen. Ik zei al dat ik een erg jong en talentvol paard heb. Zijn naam is Herby en ik heb heel veel vertrouwen erin dat we samen echt iets kunnen gaan betekenen.”

Kan je de liefde van het trainen met een talentvol paard omschrijven?

“Het is het leukste om te doen. Het trainen van een paard dat talentvol is en ook intelligent. Waar je dan mee traint en die jouw trainingen snel en goed oppakt. Als ik zo’n paard niet zou hebben zou ik het plezier kunnen verliezen want je wilt vooruit kunnen.”

Blijf je al dit werk gewoon doen als je stopt met rijden?

“Daar ga ik wel vanuit ja. Ik heb het jaren gezien als een nadeel om zoveel andere dingen te doen om mijn sport te kunnen bekostigen, maar ik zie nu ook de positieve kant ervan in. Na mijn topsportcarrière kan ik niet in een zwart gat terechtkomen en denken: wat nu?”

 

BUZZS

 

 

Lees verder

Mis geen enkele winactie!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Facebook Twitter

DenD Partners

  • Dirk
  • Brookland
  • LAM jouw museum
  • Dirck