Uslu dringt aan op inclusievere film- en audiovisuele sector

De film- en audiovisuele (AV)-sector moet gelijkwaardiger en inclusiever worden. Dat stelt staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) in een reactie op het rapport Je kunt niet zijn wat je niet kunt zien, dat donderdag verscheen. Daarin komt onder meer naar voren dat makers van kleur ondervertegenwoordigd zijn in leidinggevende functies, gemiddeld korter werkzaam zijn in de sector en minder vaak werk hebben dan witte makers.
Het ministerie van OCW liet het onderzoek uitvoeren op verzoek van het initiatief KLEUR en de Dutch Academy For Film (DAFF). KLEUR ontstond in 2020 vanuit de Black Lives Matter-beweging en de discussie over representatie van etnische minderheden in de Amerikaanse filmindustrie.
“Er is verbetering nodig en ik ben ervan overtuigd dat juist de culturele sector deze verandering teweeg kan brengen”, stelt Uslu. “Ik roep de sector daarom op om met de uitkomsten van het onderzoek aan de slag te gaan.” Het onderzoek is een nulmeting, vervolgt de staatssecretaris. “Het is mijn intentie om de ontwikkelingen op dit terrein te blijven monitoren en het onderzoek periodiek te herhalen.”
Weinig inclusief
De etnische diversiteit in de sector lijkt wel “in grote lijnen” representatief voor de Nederlandse samenleving, meldt het rapport. Makers van kleur ervaren de sector als weinig inclusief, degenen die de sector als inclusief ervaren zijn “bovengemiddeld oud, vaak man, en in een leidinggevende functie”. Verder wordt geconcludeerd dat het aandeel dragende karakters van kleur bij fictieproducties lager ligt dan het aandeel in de Nederlandse samenleving, voor non-fictie lijkt een oververtegenwoordiging te bestaan van personages van kleur.
Voor het onderzoek is onder meer een enquête afgenomen onder 694 “professionals werkzaam in de sector”. De onderzoekers vermoeden dat vrouwen, leidinggevenden en makers die waarde hechten aan dit onderwerp vaker hebben meegedaan aan de enquête.
BuzzE