Verlinde: wilde al 10 jaar Dagboek van een Herdershond maken

Albert Verlinde liep al tien jaar met het idee rond om een musical te maken van de serie Dagboek van een Herdershond, vertelt de musicalmaker aan het ANP. “Maar wil je het Limburgse landschap tot zijn recht laten komen, dan moet je een heel groot theater hebben. Nu is de tijd rijp om het groots aan te pakken.” De voorstelling van Albert Verlinde Producties en Toneelgroep Maastricht is vanaf 29 april te zien in MECC Maastricht.
Dit is een grote hal waar zo’n 1800 mensen kunnen plaatsnemen en zo’n 75 mensen kunnen optreden, legt Verlinde uit. Dat moet volgens hem ook wel om het verhaal over kapelaan Erik Odekerke tot leven te brengen. “Je wil hem fietsend op laten komen, zoals in de serie. En je wil een paard en wagen zien en het Limburgse landschap tot zijn recht laten komen.” Dat is met deze hal mogelijk; acteurs lopen met kruiwagens langs, paarden en wagens komen voorbij en tientallen acteurs dansen over het podium.
Het gaat dan ook om “een miljoenenproductie”, vertelt Verlinde, die eigenlijk “op een onlogisch moment” komt. Veel mensen zijn namelijk nog terughoudend om terug naar de theaters te gaan na de sluiting wegens de coronamaatregelen, ziet hij. Toch twijfelde hij er niet aan dat de musical er nu moest komen. “Ik ben een dwarse denker en ik ging er gewoon dwars doorheen. Ik dacht, als blijkt dat mensen toch geen vertrouwen hebben, dan verplaatsen we het.”
Collectief geheugen
Dat bleek echter niet nodig, want de musical is wegens een succesvolle kaartverkoop al voor de première verlengd. Dat is verklaarbaar, denkt Verlinde. “Dagboek van een Herdershond zit gewoon in het collectief geheugen. Kijk, ik zeg altijd: een musical moet je in één zin uit kunnen leggen. Bij de naam Aladdin weet iedereen bijvoorbeeld wat er wordt bedoeld, daar hoef je niets aan uit te leggen. Dat is bij Dagboek van een Herdershond net zo, vooral voor de oudere generatie.”
Bovendien heeft de producent “de beste mensen bij elkaar gezocht”, vertelt hij. “Ik heb de beste mensen op de beste plekken gezet.” Van mensen die aan het decor werken, tot aan de muziek en de techniek, “dit is het beste creatieve talent.” Om de musical eindelijk tot leven te zien komen doet hem wat, ook omdat het door het coronavirus lange tijd niet mogelijk was om überhaupt aan producties te werken. “We staan allemaal voor hetzelfde, al deze mensen. We willen samen iets moois maken. Dat ontroert me.”
Of deze musical net zo’n blijvend succes wordt als bijvoorbeeld Soldaat van Oranje, durft Verlinde nog niet te zeggen. “We hebben ‘m echt voor drie maanden gemaakt. Ik ben al blij als we daar financieel goed doorheen komen. Het zou natuurlijk mooi zijn, maar ik hou eerst mijn beide voetjes op de grond.”
BuzzE