Vlaardingse pleegouders niet langer verdacht van poging doodslag
ROTTERDAM (ANP) – Het Openbaar Ministerie verdenkt de twee pleegouders uit Vlaardingen die hun pleegdochter zwaar zouden hebben mishandeld, niet langer van een poging tot doodslag. Johnny van den B. en Daisy W. verschenen vrijdagochtend voor het eerst in de rechtbank in Rotterdam. Daar werd de definitieve tenlastelegging besproken.
De pleegouders, beiden 38 jaar, werden in mei vorig jaar aangehouden nadat hun 10-jarige pleegdochter een week eerder zwaargewond was opgenomen. Het meisje had botbreuken, hersenletsel en lag een tijd in coma.
Het OM beschuldigde de verdachten aanvankelijk het meisje van de trap te hebben geduwd, maar de officier van justitie liet bij aanvang van de laatste inleidende zitting weten dat deze aanklacht komt te vervallen. Het OM baseert zich op een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut over het hersenletsel van het meisje. Daarin beschrijft de forensisch arts dat een ongeluk door een val van de trap even waarschijnlijk is als een duw van de trap of een klap op het hoofd. Het is dus niet vast te stellen of het om een ongeluk of om opzet gaat.
Meerdere pleegkinderen mishandeld
Het OM vervolgt de twee pleegouders ook voor het mishandelen van nog drie pleegkinderen. Het betreft twee Syrische jongens en een halfzusje van het eerste slachtoffer.
Gedragskundigen van het Pieter Baan Centrum achten de verdachten verminderd toerekeningsvatbaar en adviseren de rechtbank om ze tbs met dwangverpleging op te leggen. Bij W. is een persoonlijkheidsstoornis “met antisociale, narcistische, theatrale en borderlinetrekken” vastgesteld. Bij Van den B. is ook een persoonlijkheidsstoornis vastgesteld, evenals een agressiestoornis. Hij zou de behoefte hebben “de sterkste te willen zijn” en ervaart “macht door het uitoefenen van agressie”.
Betreuren wat er is gebeurd
Van den B. was de enige van beide verdachten die een reactie wilde geven op de aanklacht. “Ik wil ten eerste zeggen dat ik betreur wat er gebeurd is”, zei hij. “Voor iedereen, voor het meisje, mijn vrouw, onze naasten.” Hij zei dat hij de rechtbank reeds een aantal brieven heeft geschreven. “Dus u kent mijn verhaal.” Hij noemde het “jammer” dat door politie en justitie “een eenzijdig verhaal wordt geschetst.”
W. zei niet te willen reageren. Daarvoor krijgen zij en haar man alle gelegenheid als de zaak op 6 en 7 november inhoudelijk wordt behandeld, zei de rechtbankvoorzitter.
ANP





