7 vragen aan… Cheyenne Aldus

1. Vanwaar die  bijnaam, The Destroyer?

„Een trainer liet ooit een roze pakje voor me maken met ‘The Destroyer’ erop. Sindsdien ben ik dat gewoon. Grappig, want ik was vroeger onzeker. Als iemand me aanraakte, begon ik al te huilen. Buiten de ring ben ik heel anders dan in de ring. In de ring gaat er een knop om. Dan denk ik gewoon: ik ga je slaan. Maar als er op straat ruzie is, loop ik liever weg.”

2. In Rotterdam zeggen ze: geen woorden maar daden. Is dat ook jouw mentaliteit?                               

„Ja! Tegenstanders praten vooraf superveel: dat ik te jong ben, dat ik ga verliezen, bla bla bla. Maar ik hou liever m’n mond en laat in de ring zien wat ik waard ben. Mensen onderschatten me vaak. Laatst nog, een meisje hoorde dat ik tweevoudig wereldkampioen was en zei: Maar ze ziet er helemaal niet gevaarlijk uit.” 

3. Wanneer wist je: dit is mijn sport?

„Mijn ouders hebben een kickboksschool, maar ze wilden nooit dat ik ging vechten. Ze vond het een mannensport. Tot er een keer een meisje binnen-kwam dat door tien jongens in elkaar was geslagen. Toen zeiden ze: oké, je mag trainen. Maar geen wedstrijden. Inmiddels heb ik 141 partijen gevochten en mijn moeder heeft er niet één gemist. Ze zegt altijd: als het begint, voelt het alsof mijn keel wordt dichtgeknepen. Pas als m’n hand omhooggaat, het teken dat ik heb gewonnen, valt alles van haar af.” 

 4. Heb je ook een back-up plan naast de ring?

„Ja, ik heb net m’n CIOS-diploma gehaald, een sportopleiding voor trainers en coaches. Van alleen vechten kun je als vrouw niet leven. Alleen zwaargewichten zoals Rico Verhoeven verdienen echt geld, maar GLORY Kickboxing heeft de hele vrouwendivisie geschrapt. Terwijl er juist steeds meer meiden gaan kickboksen. De wereld wordt gekker en harder, meiden willen zich sterk voelen.”  

 5. Word jij straks de vrouwelijke Rico?

„Zeker niet. Iedereen buiten de sport vindt hem geweldig, maar in dit wereldje vinden wij hem eigenlijk best saai. Hij tikt vooral punten bij elkaar, blijft op afstand. Dat is niet spannend. Ik zou het interessanter vinden als hij gewoon een keer écht voor een knock-out gaat. Ik ben zelf een technische vechter, maar ik wil ook het publiek vermaken.” 

 6. Breng je offers?

„Voor een partij moet ik soms flink afvallen. Laatst moest ik een paar kilo droppen terwijl m’n vader zijn verjaardag vierde in een all you can eat-restaurant. Ik bleef thuis. Want anders moet je daarna keihard knallen om op gewicht te komen. En als je dat niet haalt, mag je niet vechten.”  

 7. Wat drijft jou?

„Kickboksen is m’n uitlaatklep. Alles wat je meemaakt op school of online, haatreacties en zo, ik laat het allemaal los in de ring. Bovendien maak ik m’n familie trots, dat vind ik nog het mooiste. Ik wil nog veel wereldtitels winnen. Ik heb er nu twee als prof, in 55 en 57 kilo. Mijn grote droom is wereldkampioen te worden bij ONE Championship in Azië. Daar is kickboksen echt supergroot. Als je daar wint, behandelen ze je als een koning of koningin.”