Regisseur George Miller denkt al na over volgende Mad Max-film

Advertentie
Regisseur George Miller zou graag nog meer Mad Max-films maken. Dat vertelde de 79-jarige filmmaker, die tot nu toe vijf delen maakte in de succesreeks, op het Festival van Cannes waar woensdagavond Furiosa, het nieuwe deel, in première ging. Zo heeft hij al ideeën over een prequel over Max, de held uit de vorige vier films. Het nieuwe deel focust op de jeugd van Furiosa, de schurk uit Fury Road, het succesvolle vierde deel uit 2015.
“Er zijn zeker meer verhalen te vertellen”, bevestigt Miller. “Het verhaal van Furiosa had ik al in mijn hoofd voordat we Fury Road maakten. Om dat verhaal te kunnen vertellen, moesten we zelf immers al weten waar de twee hoofdpersonages vandaan kwamen. Het was ook voor de crew een goed handvat om te bepalen hoe de wereld van Fury Road en Furiosa eruit zou moeten zien.”
De eerste film maakte Miller in 1979. Het was zijn eerste speelfilm, nadat hij jaren als arts had gewerkt. “Ik had nooit verwacht dat de reeks zoveel inspiratie zou bieden”, aldus de Australische cineast. “Ik heb nooit een herhalingsoefening willen maken, ik wilde met elk deel een nieuwe wereld creëren en een nieuw verhaal vertellen.”
Goede vrienden
Ook in technisch opzicht gaat Furiosa weer een stap verder dan Fury Road, vertelt Miller. “Ik heb altijd de veranderingen in de filmtechniek omarmd”, vertelt hij. “De eerste Mad Max draaiden we op celluloid, zonder digitale technieken. Maar met films als Babe en Happy Feet heb ik die ontwikkeling volledig omarmd en ontdekt wat de grote waarde kan zijn van nieuwe technische trucs en mogelijkheden. De kern blijft het verhaal, maar de gereedschapskist wordt steeds groter.”
Dat beaamt ook componist Tom Holkenborg, die naast de muziek dit keer ook verantwoordelijk was voor de geluidsmix. “Als muziekproducer doe ik dat al langer”, vertelt hij in Cannes. “Maar ik wilde, nog meer dan bij Fury Road, kunnen bepalen hoe het geluid van de film zou zijn. We hebben twee maanden lang met twintig man in een gigantische bioscoopzaal vol met technische apparatuur gewerkt om het beste resultaat te behalen.”
Holkenborg en Miller zijn na drie films innig bevriend, aldus de Nederlander. “We praten heel veel, vooral over dingen die niets met film te maken hebben”, lacht hij. “We geloven er allebei heilig in dat je elkaar dan beter leert kennen en zo beter en sneller elkaars keuzes op de set snapt. De band die we op die manier hebben opgebouwd, heb ik met geen enkele andere regisseur met wie ik heb samengewerkt.”
BuzzE