Ollongren wilde aftreden na briefje ‘Omtzigt functie elders’

D66-minister en verkenner in de kabinetsformatie Ollongren (Binnenlandse Zaken) wilde na haar geblunder met de formatie-aantekeningen aftreden. Dat was ze plan te doen nog voor het roemruchte Kamerdebat van 1 april. Rutte praatte het op het laatste nippertje uit haar hoofd.

Dat schrijft NRC-columnist Tom-Jan Meeus vandaag in zijn politieke column in NRC. Een gehaaste Ollongren (ze was positief getest op corona) liep eind maart gehaast over het Binnenhof met de aantekeningen onder haar arm met daarop ‘Omtzigt functie elders’.

Voor Rutte zou het eerder opstappen van Ollongren de druk op zijn positie alleen maar vergroten. Zijn positie zou wankelen en ook die van het complete kabinet dat overigens al demissionair was. Uiteindelijk werd besloten dat de D66-bewindsvrouw het turbulent verlopen debat zou afwachten.

Principe-afspraak

Achter de schermen, zo ontdekte Meeus, was er een principe-afspraak gemaakt tussen Ollongren en Kaag dat D66 een motie van wantrouwen – als die zou worden ingediend tegen de minister van Binnenlandse Zaken – zou steunen.

De Tweede Kamer legde die dag vooral premier Rutte over de knie. Aan zijn betrouwbaarheid en integriteit werd ernstig getwijfeld en een motie van van wantrouwen haalde het op het nippertje niet. Zodoende kon Rutte verder met het kabinet en met de kabinetsformatie. Had de Tweede Kamer dit alles geweten dan was het leed voor Rutte niet te zijn overzien want dan was ook het vertrouwen in Ollongren opgezegd.

Ollongren en Rutte kennen elkaar heel goed, want de D66’er was voordat ze wethouder in Amsterdam werd topambtenaar van Algemene Zaken, het ministerie van de premier.

De feiten die boven tafel zijn gekomen in de NRC-column zijn nog onbevestigd.