Waarom wist burgemeester niets van terreurdreiging bij Songfestival?
Het blijft een groot raadsel: waarom hoorde toenmalig burgemeester Ahmed Aboutaleb in 2020 niets over de plannen voor een terreuraanslag tijdens het Eurovisie Songfestival in Rotterdam? Zijn opvolger, huidig burgemeester Carola Schouten, probeerde de waarheid boven tafel te krijgen, maar botste op een muur van ontbrekende documenten en vage antwoorden.

De terreurdreiging was niet mis. In februari 2020 werd in Luxemburg een Zweedse man opgepakt die met gifgas en explosieven het songfestival wilde aanvallen. Hij stond in contact met een minderjarige Nederlander, die later ook werd gearresteerd. Maar opmerkelijk genoeg bleef de Rotterdamse burgemeester – eindverantwoordelijk voor de veiligheid in de stad – volledig buiten beeld.
Geen duidelijkheid
Schouten zocht het tot op de bodem uit: in Luxemburg, bij politie Midden-Nederland en bij het Openbaar Ministerie. Maar ze vond niets. “We weten niet welke afweging er precies gemaakt is,” gaf ze toe aan de gemeenteraad. Wel benadrukt ze dat Rotterdam simpelweg afhankelijk was van andere instanties. “Daar zijn menselijke keuzes gemaakt.”
Kans gemist
En die keuzes hadden vergaande gevolgen. Raadslid Simon Ceulemans (Leefbaar Rotterdam) stelde dat Aboutaleb een gebiedsverbod had kunnen opleggen als hij wél op de hoogte was geweest. Daarmee had de mogelijke handlanger van de Zweed uit de buurt gehouden kunnen worden. Schouten erkent dat, maar voegde eraan toe dat de diensten de dreiging destijds als nihil inschatten.
Carola Schouten zegt dat ze “de boel ondersteboven heeft gekeerd” om antwoorden te vinden, maar er simpelweg niet meer informatie boven water kwam. “Voor de rest is het speculeren”, aldus de burgemeester. Ondertussen eiste justitie in Luxemburg in juli twaalf jaar cel tegen de Zweedse verdachte. Het mysterie blijft dus: waarom wist Aboutaleb niets van een dreiging die zijn stad had kunnen treffen?