Spelervolgsysteem moet trainer helpen in het amateurvoetbal

Een voetbaltrainer twijfelt wie hij in de spits moet zetten. Twee spelers lijken op het oog evengoed en dus gaat hij af op zijn gevoel. Een spelervolgsysteem zou hem in de toekomst moeten helpen. “Coaches in het amateurvoetbal hebben geen objectieve gegevens om een opstelling te maken. Die is bijna altijd gebaseerd op een mening, ze hebben geen instrumenten om eigenschappen goed te meten”, zegt Edwin Krikke, directeur van AirTLS dat een spelervolgsysteem voor het amateurvoetbal ontwikkelde.

Spelers krijgen een kleine sensor tussen scheenbeschermer en sok bij elk been. “Met deze sensoren breng je precies in kaart hoe iemand zich over het veld beweegt, hoe hij loopt en hoe snel hij is.” De wedstrijd wordt gespeeld met een bal, de Marin, die ook van alles meet en door wereldvoetbalbond FIFA is goedgekeurd als officiële wedstrijdbal. Een sensor van 1,8 gram in het midden van de bal houdt de snelheid, druk, rotatie en positie bij.

Spits schiet vanaf onmogelijke posities op doel

Vervolgens gaan alle gegevens door een computermodel. Bij iedere spelsituatie rekent het model uit wat de beste oplossing was geweest. “Aan de lichtmasten naast het veld hangen kastjes die de signalen van de bewegingssensoren opvangen, waarmee we tot op ongeveer 4 millimeter nauwkeurig een 3D-beeld kunnen maken. Omdat er sensoren aan beide benen zitten, kunnen we meten hoe iemand loopt en schiet. We meten de versnelling en hoeveel afstand een speler aflegt tijdens de wedstrijd. Door de sensor in de bal weten we hoe hard iemand schiet, hoe de bal draait en kunnen we precies zien welke weg hij aflegt door de lucht”, vertelt Krikke.

Al deze data moeten ervoor zorgen dat je precies kunt zien waar iemand goed in is. “Ieder team heeft wel zo’n spits die vanaf onmogelijke posities op goal blijft rammen.” Volgens Krikke kan het systeem ‘zien’ dat deze spits kracht in zijn schot heeft. Maar omdat ballen naast het net blijven verdwijnen, ‘weet’ het model dat deze persoon niet erg nauwkeurig schiet. “De computer houdt ook rekening met de rest van het spel. Dus als het model ‘ziet’ dat er middenvelders veel vrijer staan en de bal niet krijgen, zegt dat iets over het spelinzicht van de spits. Dit zijn objectieve metingen die we kunnen visualiseren. Hier kan een coach iets mee.”

BUZZS